In deze oefening maken we het spel 'Raad het getal'.
Oefening 5: Kan jij het getal raden?
Ruby kiest steeds een getal tussen 1 en de 100. Aan de speler om het getal te raden. Verder geeft Ruby bij iedere gok een aanwijzing. Ze zegt of het getal dat zij gekozen heeft hoger of lager is dan de laatste gok.
Het eindresultaat
Project
In dit project zorg je ervoor dat:
- een willekeurig getal gekozen wordt
- de speler het getal kan raden
- er getest wordt of het getal juist is geraden
- er aan de speler een aanwijzing wordt gegeven wanneer deze fout heeft gegokt
- het aantal gokken wordt onthouden
Stappenplan
Stap 1
Laat Ruby uitleggen hoe het spel werkt.
Stap 2
Er zijn 2 variabelen nodig: ‘getal’ (het getal dat de gebruiker moet raden) en ‘aantal beurten’ (om het aantal gokken van de gebruiker bij te houden). Maak deze variabelen.
Stap 3
Ken een willekeurig getal (tussen 1 en 100) toe aan ‘getal’ en zet het aantal beurten op 0.
Stap 4
Vraag aan de gebruiker een gok en vergelijk of dit overeen komt met het getal dat Ruby gekozen heeft.
- Juist? Laat Ruby van blijdschap springen (deze code hebben we voor jou al klaargezet)
- Fout? Geef de gebruiker een aanwijzing: hoger of lager.
[TIP: vergeet niet te herhalen!]
Stap 5
Laat Ruby het aantal beurten zeggen en stop het spel wanneer het getal geraden is.
Evaluatie
- Is bij elk nieuw spel het getal willekeurig?
- Kan de speler een getal raden?
- Gebeuren de tests correct?
- Worden er correcte aanwijzigen gegeven?
- Komen het aantal gokken overeen met wat Ruby op het einde van het spel zegt?
Denk eens na over een goede strategie om het getal te vinden? Heb je er één gevonden?
Oplossing
De oplossing vind je hier!
Leuk spel toch, niet?